Andere legionairen hielpen mij op het spoor te komen van mensen, die zich van het geloof hadden afgewend, ze in de eerste grondbeginselen van het geloof te onderrichten en hen te leren bidden. Ik heb ook verscheidene niet-katholieken tot de opname in de kerk voorbereid en werd daarbij door de legionairen bijgestaan. Daarnaast moest ik veel preekjes houden (zonder voorbereiding), want gedurig werd ik onverwachts opgeroepen: Eerwaarde, komt alstublieft, want we hebben een groepje bij elkaar op een veilige plaats. Ik ging er dan spoorslags naartoe en hield een preekje. De hachelijkste situaties kwamen hiervandaan, dat de mensen van ontroering begonnen te huilen. Dat was een echt gevaar en is nogal eens voorgekomen…

Ik had verder een klein groepje legionairen. die rozenkransen vervaardigden. Wanneer je het kamp binnenkwam, moest je alle religieuze voorwerpen afgeven. Gelukkig ontdekten we in het kamp wat kralen, die waren overgelaten door een vroegere fabriek. Die kralen waren sterk en zo konden we de mensen een nieuwe rozenkrans verschaffen.

Maar ik had niet alleen met de mensen te maken, die nog in het kamp arbeidden, maar ik moest ook zorg besteden aan de zieken in de barak. Daar hadden de gevangenen veel tijd tot nadenken. zodat ik ze allen bezoeken en bemoedigen moest. In deze afdeling vervulden twee legionairen hun taak. Een van hen had als leuze: ik wil mijn hete leven inzetten. Hij is intussen bij de Trappisten ingetreden. Zijn helper en vriend, een begaafde jongeman, wilde Salesiaan worden. Helaas is dat er niet van gekomen. Hij werd naar een ander kamp overgebracht en daar is hij niet levend uitgekomen. Bij een optelling van de legionairen zou ik nog melding willen maken van een burgemeester, een vader van een gezin met negen kinderen, een oude, vrome en eenvoudige boer en een advocaat. Deze periode heeft niet al te lang geduurd. Al mijn legionairen werden overgeplaatst of vrijgelaten. Ik was dan ook blij dat een andere priester mij kwam helpen. Ondertussen was ik ook van de arbeid in het veld overgeplaatst naar de zagerij. Het voordeel was, dat ik nu voortdurend in het kamp was, waar ik opgezocht kon worden door ieder die mij zien en spreken wilde.

Tot zover kapelaan Jacques Frijns, die een van de eerste pionieren was van het
legioen in Nederland.

Lees hier deel 1 van het Legioen van Maria

Lees hier deel 2 van het Legioen van Maria (Het LEGIOEN in een concentratiekamp)